Tijdens het schrijven van dit blogartikel heb ik even gezweet, want in de volgende alinea’s kaart ik niet enkel een schrijnend, maar ook een penibel, onderwerp aan. Het gaat namelijk over het merendeel van de oh-zo-populaire modeketens die onze winkelstraten domineren, maar ook over de keuzes die jij en ik als consument maken. Enerzijds wil ik geen negativiteit de wereld insturen, maar anderzijds voel ik me ook verplicht om feitelijk te antwoorden op een vraag die ik het afgelopen jaar frequent kreeg. Die vraag luidt als volgt: “Als een grote keten zoals H&M of Zara een duurzame lijn lanceert… Is dit dan ook écht duurzaam, milieuvriendelijk en/of ethisch?“
Allereerst is het goed om weten dat wereldwijd ongeveer 75 miljoen mensen in de mode- en textielindustrie werken. Alles wat er in deze industrie gebeurt heeft dus écht een grote impact op het vlak van mens en milieu. Velen onder de textielarbeiders zijn dagelijks slachtoffer van uitbuiting, verbale of fysieke mishandeling. Ze werken vaak in onveilige omstandigheden en krijgen extreem lage lonen. Jij en ik kunnen wel degelijk een positief verschil maken door geen fast fashion meer te kopen. Ik hoop dat ik je aan de hand van volgende alinea’s kan overtuigen.
Zoals de vraag hierboven al insinueerde, hebben een aantal grote modeketens de laatste jaren, naast hun mainstream collecties, een zogenaamd ‘duurzame lijn’ op de markt gebracht. Enkele concrete voorbeelden hiervan zijn: Conscious van H&M, Aware of Everlasting van Vero Moda en de jeansbroekenlijn van C&A. Bij de lanceringen werd er telkens massaal over geschreven in de pers, maar op één kritische column van een journalist na, werd het volledige verhaal van a tot z nooit belicht. Het gevolg? De consument blijft in de goede bedoelingen van zulke modegiganten geloven en koopt naar hartenlust verder.
Laten we de oppervlakkigheid even wegwuiven en ons afvragen: hoe goed hebben zulke ketens het echt voor met mens en milieu? Als ze duurzaamheid oprecht tot kern van hun beleid zouden willen maken, dan zouden ze hun businessmodel veranderen, toch? Het zijn net die ketens die bijgedragen hebben tot de wegwerpcultuur die momenteel in de mode-industrie overheerst. En ja, zo help je mens en milieu dus beetje bij beetje om zeep. Zulke ketens bekijken duurzame mode meestal als een trend en misbruiken het woord ‘duurzaamheid’ om hun doelgroep te verbreden, om ons te laten geloven dat ze wél belangrijke acties ondernemen, om ons af te leiden van andere aspecten… ? Deze labels weten namelijk zeer goed dat de gemiddelde twintiger en dertiger vandaag langer stilstaat bij hun consumptiegedrag en spelen hier met zulke collecties handig op in.
Deze zogenaamd duurzame collecties zijn meestal enkel gemaakt uit eco-vriendelijke materialen, zoals bijvoorbeeld biokatoen. Voor de rest gebruiken de grote ketens vaak codewoorden zoals ’tijdloos’ en ‘kwaliteit’ en hopla, ze plakken er het etiket ‘duurzaam’ op. Dat is een veel gevallen onterecht, want duurzaamheid omvat zo veel méér: ethisch verantwoorde arbeidsomstandigheden, een productieproces met een minimale impact op mens en milieu, een doordachte manier van distributie, een verantwoorde manier van ondernemen.
HET MERENDEEL VAN de modeindustrie gaat uit van
de blindheid van de consument en onderneemt
pas actie als JIJ EN IK aan de alarmbel trekken.
Weet goed dat het duurzaamheidsbeleid van grote modeketens in de meeste gevallen gericht is op marketing. Diezelfde marketing waaraan ze hun faam te danken hebben. Zelf ben ik er ook jarenlang ingetrapt. Een groot deel van de mode-industrie gaat eigenlijk uit van de blindheid van de consument en onderneemt pas actie als wij allen tezamen aan de alarmbel trekken. Het perfecte, jammerlijke voorbeeld hiervan is het instorten van een Rana Plaza-fabriek in Bangladesh op 24 april 2013. Deze verschrikkelijke gebeurtenis werd gezien als wake-up call voor de textielindustrie om werknemers wereldwijd beter te beschermen. Met andere woorden: er moesten dus eerst 1138 medewerkers sterven voordat H&M samen met Primark, C&A, Hema en nog een 200-tal merken een akkoord (Het Bangladesh Akkoord) ondertekenden om de fabrieken veiliger te maken. Auwch.
Ondertussen zijn er 5 jaren verstreken en vraag je je waarschijnlijk net zoals mij af welke maatregelen er tussen 2013 en 2018 effectief genomen zijn? Ik nam een kleine duik in de geschiedenis van het Bangladesh Akkoord en vond een rapport van de partijen die het akkoord controleren. Na vier jaar werk concluderen de controleurs het volgende: “Ondanks de aanzienlijke vooruitgang, blijven grote levensbedreigende veiligheidsrisico’s bestaan in veel fabrieken en deze moeten worden opgelost, zoals onvoldoende nooduitgangen, onvoldoende brandalarm en structurele aanpassingen achteraf.” Het leven van een gemiddelde textielmedewerker is nog steeds onverantwoord onethisch.
LATEN WE DUS NIET NAÏEF ZIJN, EN ALTIJD
VERDER KIJKEN DAN ONZE NEUS LANG IS.
Ook Zweedse modeketen H&M is één van de modelabels die nog niet alle veiligheidsrenovaties hebben uitgevoerd in hun fabrieken. En om nog wat olie op het vuur te gooien: in het jaar van de ramp van Rana Plaza verplaatste H&M een groot deel van hun productie naar Ethiopië. Daar waar geen minimumloon geldt en geen vakbonden zijn. Net omwille van die feiten doet het me pijn wanneer de media enthousiast schrijft over (bijvoorbeeld) de recyclagecampagne die H&M op poten zette om hun duurzaamheidsbeleid in de kijker te zetten. Dankzij een zeer interessant blogartikel van Vrij Nederland kwam ik te weten dat ook dit geen waterdicht verhaal blijkt te zijn. Je kan hier het volledige artikel lezen, maar ik deel graag volgende (ingekorte) passage:
“Fier als een gieter communiceert H&M dat ze vorig jaar 7.684 ton kleding hebben ingezameld. Evenveel stof als nodig is voor 38 miljoen t-shirts. Misschien zit daar ook een kledingstuk van jou tussen? In plaats van hun ingezamelde kledij effectief te gebruiken om 38 miljoen gerecycleerde t-shirts te produceren, spelen ze de kleding door aan I:CO. Dat is een bedrijf dat de kledij onder andere verwerkt als vulling voor speelgoedbeesten en kussens. Niet heel nuttig in kader van hun duurzaamheidsbeleid. Inmiddels maken ze kledingstukken die slechts uit 20% gerecycleerd materiaal bestaan, en dit omvat uiteindelijk slechts 0,2% van hun totale kledingproductie. Hun uitleg? Het is extreem moeilijk om kleding te maken van gerecycled materiaal. Er zijn nochtans tientallen merken die dit wél verwezenlijken.”
Zucht. Ik wil met dit artikel niet elk fast fashion merk door het slijk halen en niemand veroordelen die nog fast fashion koopt, maar deze modereuzen zijn degenen die een groot verschil kunnen maken. Zij zijn degene die de meest foute moderevolutie – fast fashion genaamd – op gang hebben gezet en daarbovenop is hun communicatie meermaals misleidend en allesbehalve transparant gebleken. Geen wonder dat we de laatste tijd nog geen grote omslag in het koopgedrag van de gemiddelde consument zien. Daarom ook deze warme oproep om als consument bewust(er) te shoppen, want door het gebrek aan informatie worden we genoodzaakt om zélf kritisch te denken en een beetje research te doen alvorens we een kledingstuk aankopen. Ik besef ook dat jij en ik niet elk wereldprobleem kunnen oplossen, en dat we niet altijd goede keuzes maken, maar als modeliefhebber wilde ik dit gewoon delen.
Zit je verder nog met vragen? Twijfel niet om me deze te stellen!
Liefs,
Eline
*Dit blogartikel is geïnspireerd door een artikel dat ik las op vn.nl.
Helpful tips, thanks 🙂
Niet alleen op het gebied van mode zouden we bewuster moeten leven, eigenlijk zou dit toepasbaar zijn op alle vlakken. Het kunnen ook de kleinste dingen zijn. Onlangs kwam ik terecht op de site van https://www.kimbino.be. Hier kun je online folders vinden van bekende winkels! Dit vind ik een mooi initiatief omdat papieren folders hierdoor overbodig worden. (Wat natuurlijk weer goed is voor de aarde)
Dit is fantastisch! 🙂