Eind februari vertrokken mijn vriend en ik vrij impulsief op reis. Het werd een 9-daagse roadtrip doorheen een wondermooie stukje Spanje. Het idee ontstond twee weken voordat we effectief vertrokken. Je kan wel stellen dat de nood voor vitamine D en een kleine mentale pauze vrij hoog was. Dat het een spontane trip zou worden werd meermaals duidelijk. Zo besloten we om onze eerste en derde tussenstop gewoon over te slaan, maar dat wil niet zeggen dat we minder leuke uitstappen hebben gedaan. Benieuwd naar onze belevingen?
Met een huurauto zie je (echt zo veel) meer.
First things first. Vooraleer je op roadtrip kan vertrekken, heb je natuurlijk een wagen nodig die je probleemloos van punt A naar B brengt, van punt B naar C, en… je weet hoe dat verder gaat. Na enkele nare ervaringen met autoverhuurders in het verleden, ben ik vlak voor onze roadtrip op aanraden van een collega naar de website Sunny Cars gesurft. Ze staan bekend om hun transparante aanpak, hun duidelijke communicatie en hun goede verzekeringen. Boeken bij Sunny Cars, vertelde mijn collega, is standaard all-inclusive zodat je niet hoeft te goochelen met verzekeringen en je ongetwijfeld een zorgeloze roadtrip tegemoetgaat. Een win-win!
Het is pas toen ik ontdekte dat ze de mogelijkheid bieden om de uitstoot van je trip te compenseren, dat ik helemaal enthousiast werd. Dankzij een samenwerking met Greenseat zorgt Sunny Cars ervoor dat jij en ik de uitstoot van onze roadtrips eenvoudig kunnen compenseren. Je komt op een webpagina terecht waarbij je de huursom van je wagen ingeeft en op die manier berekent de tool het bedrag waarmee jouw CO2-uitstoot kan compenseren. Piece of a cake.
Het is geen toeval dat compensatiemaatregelen zoals deze de laatste jaren in de lift zitten. Het klimaat is al een hele tijd (en zeker nu) een hot topic en de gemiddelde consument wordt jaar na jaar bewuster van de aankopen die hij of zij doet. Vliegmaatschappijen spelen hier al iets langer op in door hun klanten de kans te geven om hun vliegreis te compenseren. En ik vind persoonlijk dat dat het minste is dat we kunnen doen. Langs de ene kant pakt het de core van het probleem niet aan, maar vergeet ook niet dat alle kleine beetjes helpen. Bewustwording en bewustzijn is de eerste grote stap.
Over onze roadtrip. Van Malaga tot Calpe.
Tijdens onze trip hebben we er bewust voor gekozen om niet gewoonweg de kustlijn van Malaga tot Calpe te volgen. Dat zou iets te weinig afwisselend geweest zijn (zonder af te doen aan al het moois de kuststreek te bieden heeft). Bert en ik hadden tijdens het plannen van onze trip enkele hoogtepunten aangeduid. Op basis daarvan hebben we onze route gepland. We hebben misschien wel parels (zoals bijvoorbeeld Malaga zélf) gemist, maar dit is verre van de laatste keer dat we hier geweest zijn. We zakken namelijk geregeld af naar Spanje, zoals je in mijn vorige blogartikels kan ontdekken.
Dag 1 — Gibraltar zou onze eerste stopplaats worden, daar waren we rotsvast (heb je ‘m?) van overtuigd… Tot we voet op Spaanse bodem zetten en onze huurauto gingen oppikken. De reden voor deze impulsieve wijziging? Mochten we een omweg maken om Gibraltar te bezoeken, dan zouden we Júzcar, ook wel het smurfendorp genoemd, niet meer bij daglicht kunnen zien. En dat hebben we nu wél kunnen doen. Tot op de dag van vandaag ben ik trouwens blij met die beslissing gezien een local me tijdens de reis via sociale media liet weten dat Gibraltar anno 2019 een beetje vergane glorie is. Nadat we even ronddwaalden in het blauwe dorp, Júzcar, zetten we koers richting Ronda, waar we in een gezellig familiehotel hebben overnacht.
Dag 2 — Als twee ongeduldige reislustigen zaten we om 7u15 moederziel alleen aan het ontbijt in ons hotel, klaar om Ronda te ontdekken. Deze stad ligt in een bergachtig gebied in centraal Andalusië, zo’n vijftig kilometer landinwaarts van de Costa del Sol. Hetgeen wat Ronda zo speciaal maakt is het feit dat de stad in tweeën wordt gesplitst door een diepe kloof, ook wel Puente Nuevo genoemd. We dwaalden al vroeg in de ochtend doorheen de straten, passeerden de oude brug Puente Viejo en vonden een van de mooiste uitzichten om de kloof in alle rust te kunnen bekijken. Dit punt hadden we trouwens nooit kunnen bereiken zonder onze huurwagen. Verder heb je in het centrum van Ronda ook nog de bekende arena die, ook zonder stieren, een echte bezienswaardigheid is.
Nog voor lunchtijd zetten Bert en ik koers richting Ardales, waar mijn persoonlijk hoogtepunt van de reis bevond. En dat kan je ook letterlijk nemen, want El Caminito del Rey, ofwel het Koningspaadje, is een avontuurlijk wandelpad gebouwd tegen de wanden van de kloof Gaitanes. Het pad had een lange tijd de titel van ‘gevaarlijkste wandelpad van Europa’. Ondanks dat het in 1992 werd afgesloten, zijn een handvol waaghalzen bij het bewandelen van het bouwvallige pad in het diepe gestort. Na een heus renovatieplan is de Caminito del Rey in 2015 gelukkig weer heropend. Om teleurstelling te voorkomen: verwacht je niét aan een avontuurlijke wandeltocht. Het pad is erg makkelijk te bewandelen en je komt er best wel wat mensen tegen. Dee totale lengte van de wandeling was trouwens een kleine 8 kilometer. (Boeken kan je via deze website en het kost 11,5 euro per persoon. Inclusief shuttle bus naar de parking.)
Na veel ‘oooohs’ en beelden van mooie uitzichten sprongen we de auto in en zetten we koers richting Torcal de Antequera. Het is één van de mooiste en indrukwekkendste geologische natuurparken van Andalusië en is bekend vanwege de unieke kalksteenformaties. Miljoenen jaren van regen en wind zorgden hiervoor in heel Europa. We dwaalden er wat rond, genoten van dit unieke natuurfenomeen en zetten hierna koers richting Granada.
Dag 3 — Op dag drie ontwaakten in Hotel Alixares in Granada. De avondwandeling die we de dag ervoor maakten naar het centrum voelden we nog aan onze benen, want plat was het in de omgeving van ons hotel absoluut niet. Schuin tegenover het hotel lag het razend bekende Alhambra: één van de belangrijkste bezienswaardigheden van de wereld wereld. Die dag stond dan ook volledig in teken van deze fascinerende miniatuurstad uit de middeleeuwen. Niet alleen de prachtige Arabische paleizen, maar ook de tuinen van het Generalife en het Alcazaba (dat je een prachtig zicht geeft over Granada) hebben me aangenaam verrast. Ik kan je één grote tip meegeven wanneer je het Alhambra zelf wil bezoeken tijdens een toekomstige citytrip: zorg dat je je tickets (van ongeveer € 15 per persoon) op voorhand boekt. Het aantal bezoekers per dag is namelijk gelimiteerd tot 8000 personen. Dit geldt niet enkel voor het hoogseizoen, want ook in de maand februari was het er lekker druk.
Na het vrij uitgebreide bezoek en wat relaxen onder de Spaanse zon, besloten we naar onze volgende bestemming te gaan: Lorca bij Murcia. Na vijftig kilometer route keken Bert en ik elkaar met een veelzeggende blik aan. Alsof we van elkaar wisten dat we de derde tussenstop wilden overslaan en meteen wilden doorrijden naar het vakantiehuis waar we tot het einde van ons verlof zouden verblijven. Het toeval (of was het eerder het lot?) wilde dat we enkel het derde hotel gratis konden annuleren. We reden 350 kilometer aan een stuk, passeerden de supermarkt en zorgden ervoor dat we diezelfde avond nog heerlijke Belgische kost konden koken.
Dag 4 — Dit is de enige dag dat onze huurwagen langer dan twaalf uren heeft stilgestaan. Na de spontane beslissing om niet alleen onze eerste tussenstop maar ook onze derde tussenstop over te slaan, en we heel wat kilometers met de wagen achter de rug hadden, besloten we om op dag vier niet veel actie te ondernemen. En dat mag je best letterlijk nemen. Denk: ’s ochtends naar de lokale bakker slenteren, rustig ontbijten, op het terras luieren met een goed boek in de hand en ’s avonds gezellig gekookt. Op reis heb ik trouwens drieënhalf boek uitgelezen. Drieënhalf. Op negen dagen tijd. Waarvan de meeste dagen toch wel gevuld waren met leuke uitstappen. Ik vind het heerlijk om mezelf af en toe te verliezen in een goede Engels- of Nederlandstalige thriller. Dat was meteen ook weer een mooie reminder dat ik in België ook wat vaker de tijd moet nemen om mezelf op een goed boek te trakteren. Ik doe het af en toe, maar nog veel te weinig. De boeken die ik er las:
- Chalk Man van C.J Trudor
- Laat het los van Harlan Coben
- Thursday’s girl van Nicci French
Dag 5 — Een nieuwe dag, een nieuw avontuur. Onze huurauto van Sunny Cars stond na de lunch met zijn neus naar Calpe. Het is eigenlijk al de zesde keer dat we in de buurt verblijven en het zal de vijfde keer zijn dat we de grote kalkrots in Calpe zouden beklimmen. Nu mogen we van een ware traditie spreken, toch? Voor het beklimmen van El Peñon d’Ifach heb je geen speciale klimvaardigheden of klimbenodigdheden nodig. Een goede conditie is meer dan voldoende. Na een uurtje rijden konden we aan onze vijfde klim beginnen. Ik hoopte vooral dat de rotswandeling niet eindigde zoals onze vierde klim in de zomer van 2018: met uitwerpselen van een meeuw op mijn hoofd. (For real). Waarom jij de rots ook moet beklimmen wanneer je in de buurt bent, dat lees je in dit blogartikel! Nadien zijn we opnieuw inkopen gaan doen in de plaatselijke supermarkt zodat we ’s avonds opnieuw ons eigen diner konden voorzien. Lo siento, no paella esta noche.
Dag 6 — De vrijheid om wanneer je maar wil af te zakken naar een willekeurig gekozen stad of natuurgebied, is onbetaalbaar. Net zoals op dag 5 besloten we metéén na lunchtijd een uitstap te maken. Dit keer zetten we koers richting Villajoyosa. Je kan het haast geen dorpje meer noemen want deze Spaanse badplaats is zó gegroeid en dat is uiteraard niet zonder reden. Villajoyosa is gelegen aan de zee en heeft een 3,5 kilometer lang strand. Op sommige plaatsen is het zelfs 100 meter breed en bovendien is het er nooit echt toeristisch. Ik kan dit zelf absoluut beamen want het is ondertussen de zesde keer dat ik deze badplaats een bezoekje breng. Het meest memorabele aan Villajoyosa blijven de gekleurde vissershuisjes langs het strand. Vroeger werden ze met felle kleuren beschilderd zodat de vissers vanaf zee exact konden zien waar zij heen moesten om naar het thuisfront te gaan. Cool, toch? We hebben er heerlijk gewandeld, languit op het strand gelegen en ons verloren in de boeken die we bij hadden.
Dag 7 — De ochtendzon in Relleu brandde alweer heerlijk op de kaken toen we brood gingen halen in het plaatselijke winkeltje. Tijd om je wat meer te vertellen over de gemeente waar we het merendeel van onze dagen overnachtten. Relleu is een typisch Spaanse gemeente die omgeven wordt door amandel boomgaarden en olijfgaarden én door drie prachtige bergen: de Cabezon de Oro, de Sierra de la Grana en de Sierra del Aguilar. Het is alsof de tijd er is blijven stilstaan en je in niemandsland vertoeft. Toch is Relleu verrassend dicht bij de kust gelegen. Na 20 minuten rijden ben je op het strand van Villajoyosa en na 30 minuten rijden nader je de gezellige drukte van Benidorm. Sportievelingen zoeken de streek vaak op omwille van de uitstekende fietsmogelijkheden.
En wij? Wij deden onze wandelschoenen (lees: sneakers) aan om Relleu nóg beter te leren kennen. We maakten op onze zevende dag een ochtendwandeling van maar liefst elf kilometer doorheen de natuur. We genoten van de knappe uitzichten, de zon op onze snoeten, de voortdurend tsjirpende vogels… en sporadisch geblaf van een hond of vijf. Gedurende de deze hele bergwandeling kwamen we echter geen mens tegen. Elf kilometer lang. Geen mens. Na onze lunch besloten we koers te zetten richting een van de bekendste badplaatsen in Europa: Benidorm. Niet meteen de meest spannende bestemming, maar wel eentje waar je heerlijke ijsjes kan eten. En waar je in februari op Poniente en Levante beach kan wandelen zonder om de 10 centimeter over de volgende toerist te struikelen. Dat moet je in de vakantieperiodes alleszins niet proberen.
Dag 8 — Onze voorlaatste dag in Spanje stond vooral in teken van Guadalest, op ongeveer 25 kilometer van Benidorm. Het stadje is gebouwd door de Moren en omvat eigenlijk niet meer dan een eeuwenoud straatje met het gemeenteplein en iets hogerop de overblijfselen van het kasteel. Ondanks de kleine omvang, krijgen ze elk jaar zo’n 2 miljoen bezoekers over de vloer, wat maakt dat het vooral in de zomermaanden erg druk kan zijn. De voornaamste reden van al dit bezoek? De unieke ligging van het oorspronkelijke dorp, dat op een top tussen de bergen ligt. Vanuit Guadalest geniet je van mooie uitzichten op de bergen en op het iets lager gelegen stuwmeer. Een kléin minpuntje? Mijn vriend en ik bezochten Guadelest enkele jaren geleden voor het eerst. Dit keer wist ik dus dat er twee fotografen klaar zouden staan om ons ongevraagd te fotograferen en ons daarna een sleutelhanger of grotere afdruk probeerden te doen kopen. Een tikkeltje vervelend, maar de omgeving doet dat vrij snel vergeten. Geniet vooral van het uitzicht op onderstaande foto.
Dag 9 — Op de laatste dag hebben we vooral de was en de plas gedaan, onze Spaanse casita volledig gekuist zodat de volgende gasten in alle rust hun vakantie konden beginnen. Alvorens we naar de luchthaven van Alicante reisden, hielden Bert en ik nog even halt bij (het voor ons nog onbekende) El Campello. Deze gezellige badplaats grenst aan Alicante en heeft een kustlijn van maar liefst 23 kilometer. Buiten wat kuieren op de boulevard en het strand hebben we hier niet veel meer ontdekt. Het was de ideale rustpauze alvorens terug op het vliegtuig te springen.